BEGROTING 2020

Bestuurlijke samenvatting

Financieel meerjarenbeeld

In onderstaande tabel is het meerjarig verloop van het saldo weergegeven waarbij nadrukkelijk wordt opgemerkt dat voor 2023 rekening is gehouden met de taakstelling WinD van € 1.000.000. De bij de begroting 2018 geïntroduceerde methodiek van dynamisch begroten is ook voor 2020 en volgende jaren toegepast. Verdere verfijning van deze systematiek zal in de komende jaren moeten leiden tot een verdere verbetering van de meerjarenbegroting als sturingsinstrument voor beschikbare begrotingsruimte in relatie tot beleidsontwikkeling en ambitieniveau.

Om het beleid niet zwaarder te belasten dan nodig, is een aantal incidentele maatregelen voor 2020 en 2021 getroffen.
Daarnaast zijn ook keuzes gemaakt die een structurele doorwerking in de begroting hebben. In de bijlage "Overzicht beleidsmatige keuzes begroting 2020" is inzichtelijk gemaakt welke dat zijn.

2020

2021

2022

2023

Lasten begroting

156.598

153.557

151.761

150.524

Baten begroting

156.622

153.489

151.751

152.806

Saldo begroting

23

-67

-11

2.282

Saldo van de belangrijkste afwijkingen tussen de begroting 2020 en de bijgestelde begroting 2019 t/m raad april.

Voordeel

Nadeel

PR1

Hogere bijdrage aan Veiligheidsregio Limburg-Noord

172

PR2

Onderhoud asfaltverhardingen/ bestratingen

270

PR2

Outsourcing Renewi (concessieovereenkomst)

197

PR2

Budget zwerfafval (incidenteel budget in 2019)

116

PR4

Onderwijsachterstandenbeleid

100

PR5

Door actualisatie GRP hogere kosten groen

367

PR6

Bijzondere bijstand

285

PR6

Bijstand (BUIG)

645

PR6

Wmo - hulp bij het huishouden/ individuele voorzieningen

182

PR7

Ziektebestrijding groen

129

PR7

Uitvoering project "Allen voor Een" (Wabo; incidenteel budget in 2019)

125

PR8

Bijdragen "Ruimte voor ruimte"

400

PR8

Lagere legesopbrengsten grote projecten

300

PR9

Verkiezingen (in 2020 zijn er geen verkiezingen)

135

PR9

Reisdocumenten, basisadministratie, naturalisatie

110

PR9

Per saldo lagere storting reserve "meerjarig onderhoud gebouwen" (R2156) (is voordeel). Lagere verkoopopbrengsten vastgoed (is nadeel).

450

464

Overhead

Salariskosten cao-ontwikkelingen, Arbo-aanpassingen en overige wettelijke verplichtingen (garantiebanen)

444

Alg.

Personeelsprioriteiten en vervangingsinvesteringen

284

Alg.

Lagere kapitaallasten/ rente langlopende leningen

366

AD

Hogere OZB-opbrengsten

893

AD

Toeristenbelasting

286

AD

Parkeeropbrengsten

365

AD

Budgettair voordeel algemene uitkering/gemeentefonds

333

Reserves

Huisvesting onderwijs (ten gunste van algemene middelen) - nadeel € 190.000; Sociaal domein (in relatie tot BUIG) - voordeel € 962.000; Sociaal domein (in relatie tot oude taken Wmo) - voordeel € 120.000

1.082

190

Overige verschillen

747

TOTAAL

5.262

4.175

ga terug